Persoonsgebonden CO2-budget

Eén van de manieren om sneller onze klimaatdoelstellingen te behalen is het invoeren van een persoonsgebonden CO2-budget. Hiermee krijgt iedere inwoner een budget die gebruikt mag worden voor consumptie die gemoeid gaat met CO2-uitstoot. Hoewel dit bij vrijwel iedere product en dienst wordt gedaan zijn er wel degelijk uitschieters waar langzamerhand voldoende alternatieven voor zijn. Het budget zorgt hiermee dat er kritischer wordt gekeken naar de consumptie en op een vernieuwende en meer milieubewuste wijze wordt geleefd. Zo is het soms mogelijk om bijvoorbeeld te kiezen voor een treinreis in plaats van het vliegtuig, of kan men op korte woon-werk afstanden kiezen voor een elektrische fiets of scooter in plaats van de auto. 

Uiteindelijk begint verandering bij onszelf. Een intrinsieke motivatie om deze verandering door te voeren begint bij informatievoorziening. Of het nou gaat om een financiële prikkel of puur om milieubewust te leven, het doel in beide gevallen is om het klimaat in een betere toestand achter te laten aan onze nakomelingen. Kleine stapjes die samen consistent worden gezet kunnen op den duur voor grote veranderingen zorgen. Een persoonsgebonden CO2-budget in welke vorm dan ook zorgt in ieder geval voor bewustzijn voor het maken van keuzes en ook transparantie in de gevolgen hiervan. 

Veel bedrijven zijn bezig met het monitoren van hun CO2-uitstoot om consumenten inzicht te geven in hun voetafdruk. Zo wordt de uitstoot naast voorwaarden waaronder prijs, levertijd en andere secundaire voorwaarden zoals onderhoud en garantie ook een belangrijk punt om wel of niet voor het product of de dienst te kiezen. Dit principe zorgt, in combinatie met het bewustzijn en de behoefte van de consument om minder CO2 uit te stoten middels consumptie, voor een verdere reductie van CO2-uitstoot door bedrijven om zo een betere positie op de markt te creëren.

CO2-budget realistische toepassing 

Per saldo zal er voor kleinverbruikers een winst worden geboekt op het gebied van bewustzijn. De extra toeslag die zal gelden zal daarbij de pieken in verbruikers extra belasten om deze aan te moedigen om de CO2-voetafdruk te verkleinen. Uiteraard zal dit ook voor bedrijven gelden. Een dergelijke constructie is wat ons betreft het meest effectief, aangezien de grootverbruikers middels een financiële prikkel worden gemotiveerd om hun CO2-uitstoot te verminderen. De kleinverbruikers worden daarnaast meer bewust van hun verbruik en zullen worden gemotiveerd om niet bovengemiddeld te verbruiken om de toeslag te vermijden. 

Welke rol spelen bedrijven?

Op het gebied van CO2-uitstoot zijn bedrijven de grootste uitstoters. Binnen Nederland bijvoorbeeld zijn de top-3 uitstoters de industrie, elektriciteitssector en mobiliteit op het moment van schrijven. Wanneer je het hebt over laaghangend fruit zijn veranderingen die binnen deze sectoren direct leiden tot het verminderen van CO2-uitstoot in absolute zin zeer waardevol. De doelstelling om in 2050 volledig CO2-neutraal te zijn is een pittige doelstelling, echter kan een stip op de horizon liever te ambitieus dan te prudent in dit geval.  

Veel grote bedrijven die als piekuitstoters worden aangemerkt zijn in de regel ook bedrijven die lastig en langzaam een CO2-neutraliteit kunnen bewerkstelligen. Omdat dit nou eenmaal een feit is zal de verantwoordelijkheid dus ook komen te liggen bij particulieren en kleine bedrijven. Uiteindelijk is een samenwerking op dit gebied onontkoombaar om de doelstellingen te behalen.

CO2-rechtenmarkt

Sinds 1 januari 2005 heeft de Europese Unie een systeem bedacht waarin handel gedreven wordt voor het verkrijgen van emissierechten of uitstootrechten. Dit wordt de EU-ETS of European Emission Trading System genoemd. Het systeem wordt op dit moment onder andere gebruikt door de industrie, elektriciteitsproductie en luchtvaart. Het werkt feitelijk als volgt: 

  • Ieder jaar wordt een absoluut emissieplafond vastgesteld. Deze grens is feitelijk een barrière die zorgt dat de betreffende bedrijven die hieronder vallen een beperking hebben op hun uitstoot. De CO2-rechten worden hiermee dus een schaars goed, waarbij het steeds duurder wordt om meer uit te stoten. Eén recht staat gelijk aan één ton CO2-uitstoot.  
  • Een deel van de rechten wordt geveild en een ander deel wordt toegewezen aan de operators van de bedrijven. De uitzondering zijn de elektriciteitsproducenten. Deze moeten hun rechten sowieso aanschaffen via een veiling of via de rechtenmarkt. 
  • Nieuwe toetreders tot de markt krijgen een reserve. Dit geldt tevens wanneer een bestaand bedrijf uitbreidt in de activiteiten. 

Dit model dwingt bedrijven dus om haar activiteiten op een steeds meer CO2-neutrale wijze uit te voeren. Omdat het voor sommige bedrijven zo lastig is om dit te realiseren en de functie van deze bedrijven essentieel is voor de samenleving biedt deze markt dus uitkomst de huidige uitstoot te kunnen behouden. Daarbij wel gelet dat de incentive op een kostenverlaging aanwezig is door te investeren in vergroening van de activiteiten.  

Om deze incentive verder te verstevigen zal het aantal rechten dat wordt uitgegeven steeds minder worden, terwijl de vraag toeneemt. Het is namelijk zo dat er steeds meer sectoren worden ingebracht in dit systeem. Minder aanbod en meer vraag zal dus leiden tot hogere prijzen voor deze emissierechten. Degene die het meest CO2-neutraal zijn zullen dus op deze wijze hun bestaansrecht het beste kunnen verdedigen. Een vrij radicale inmenging in de vrije markt, echter wel een noodzakelijke volgens ons.

Eigen budget voor vervoer, vlees en energie

Een persoonlijk CO2-budget kan dus zeker een bijdrage leveren aan het verduurzamen van onze samenleving. Daartegenover staat uiteraard wel de inperking op vrijheid tegenover. Toen Barbara Baarsma hier een proefballon over opliet werd er heftig op gereageerd zowel uit de samenleving als uit de politiek. Het hoeft echter niet zo zwart-wit te zijn. Een CO2-budget kan ook op vrijwillige basis. De huidige ontwikkelingen rondom de hoge energieprijzen ‘dwingen’ mensen nu ook te letten op energieverspilling en ook hier meer bewustzijn in te creëren. Per saldo zal het nu wel zorgen dat particulieren en ook bedrijven als geheel minder energie verbruiken.

Zo’n budget zal zich dan voornamelijk focussen op de gebieden rondom vervoer, vlees en energie. Een systeem waarbij wordt gekeken naar het huidige gemiddelde verbruik en de quota daarop instelt zal zorgen dat mensen en bedrijven die minder verbruiken dus CO2-budget overhouden. Degene die bovengemiddeld gebruiken krijgen een toeslag.